“Pure geldtrekkerij” en “van de zotte” noemt Jan Akkermans, voorzitter van de Groningse afdeling van KHN, het voornemen van vier formerende partijen om de btw op de meeste culturele goederen te verhogen van 9 naar 21 procent.

In de plannen van de nieuwe coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB gaat op een flink aantal culturele goederen de BTW fors omhoog. Dit betekent dat de belasting voor bijvoorbeeld boeken, kranten en podiumkunsten van 9 naar 21 procent gaat en ook voor de hotelsector gaat het tarief omhoog naar 21 procent.

“Totaal van de zotte”, reageert Akkermans, die ook zelf door de plannen geraakt wordt: hij is eigenaar van twee hotels in de Oude Boteringestraat, Corps de Garde en Halbert. “Bij de totstandkoming van deze plannen is alleen maar aan geld gedacht en niet aan geluk. Want mensen worden uiteindelijk geraakt in hun vrijetijdsbestedingen: weekendjes weg, een theaterbezoekjes, het lezen van een goed boek of de krant, het wordt allemaal duurder.”

Want een ding is zeker, zegt Akkermans: uiteindelijk is het de consument die betaalt. “De horeca en ook culturele partijen als theaters hebben niet de financiële ruimte de extra kosten zelf op te vangen. En dan zit er dus niets anders op dan de rekening, of in ieder geval een deel daarvan, door te berekenen aan de eindgebruiker.” En dan gaat het niet om de minste bedragen. “Als de plannen doorgaan, kan dat zomaar betekenen dat een hotelovernachting tot een paar tientjes per nacht duurder wordt.”

Als voorzitter van de KHN in Groningen had Akkermans afgelopen tijd veel contact met collega-ondernemers. “De ongerustheid is groot”, weet de voorzitter. “Na de pandemie is dit voor horecaondernemers de zoveelste klap, zo niet de klap op de vuurpijl. De reserves zijn op en veel ondernemers zijn juist hard bezig de schade te herstellen. Een plan als dit is een trap na, heel zorgelijk.”

En dat terwijl het juist goed gaat met de hotels in Groningen. “Groningen is booming. Vooral de weekenden zijn goed. Het zijn dan vooral toeristen die een nachtje of een weekendje naar de stad komen.” De doordeweekse dagen zijn een ander verhaal. “Dan moeten we het toch vooral hebben van de zakelijke gebruiker: congresbezoekers of mensen die om een andere reden voor hun werk in Groningen moeten zijn.”

Ook die zakelijke gebruiker gaat, als de plannen doorgaan, straks meer betalen voor die hotelovernachting. “Dat wordt natuurlijk vaak wel vergoed door een werkgever, maar feit blijft: het geld moet wel érgens vandaan komen.” En dat is zorgelijk, vindt Akkermans. “Hotels kunnen het niet alleen maar van de weekenden hebben. We hebben de doordeweekse dagen nodig om de rest overeind te houden.”

 

Dit artikel is ook verschenen in de Cityscoop van juni 2024. Nog meer artikelen lezen? Klik dan hier.