Winkeliers in Nederland hebben het lastig door krappe winstmarges en concurrentie van grote internationale en online winkels. Dit leidt tot meer lege panden en faillissementen, zo meldde de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) eind november. In Groningen ziet het er minder somber uit: “De Zwanestraat is weer helemaal upcoming”, reageerde GCC-voorzitter Eric Bos.

In Groningen bedraagt de leegstand op dit moment zo’n 6 procent, tegen een gemiddelde van 7,3 procent landelijk. En eigenlijk geeft die 6 procent ook nog een vertekend beeld, zegt Bos. “Er staan in de stad ook vrij veel winkelpanden leeg omdat de omgeving of het pand zelf een andere bestemming krijgt.” Hij wijst als voorbeeld op het begin van de Herestraat, dat een grootste metamorfose te wachten staat. “Die panden staan leeg omdat het hele gebied daar onderhanden genomen wordt.”

Een straat die het de laatste tijd heel goed doet, is de Zwanestraat. Bos: “In het begin van dit jaar waren er een stuk of acht panden die niet verhuurd werden. Nu zijn dat er nog maar twee.” Zo opende Emma Weinans er onlangs Label Em en Femke Smak van vintage kledingwinkel Felicità in de Oude Kijk in ’t Jatstraat begon er deze zomer een tweede vestiging, gericht op heren.
Bos erkent dat het beeld in de stad verschuift: minder retail, maar meer horeca en cultuur. In Groningen is die trend al langer gaande, wijst Bos op het Forum en mogelijk straks ook de Nieuwe Poort in het stationsgebied. “Een paar jaar geleden was het percentage retailers nog 80 procent; nu zijn is dat zo’n 55 procent.”

Niet voor niets zijn dan ook zowel de gemeente als de GCC elk bezig met een nieuwe toekomstvisie voor de binnenstad: de gemeente heeft de visie Geleide Groei en de GCC is bezig met het ontwikkelen van een visie. “Een binnenstad bestaat allang niet meer alleen uit stenen. Het is ook een plek waar je komt voor vermaak, voor cultuur, en voor horeca. Tegelijkertijd wordt de binnenstad van Groningen steeds groter. Dat biedt alleen maar kansen. Voor ondernemers én bezoekers.”

Dit artikel is ook verschenen in de Cityscoop van december 2024

De Nieuwe Poort moet bij het hoofdstation komen. Daarvoor pleitten de Groningen City Club (GCC) en andere ondernemerspartijen uit Groningen in een brief aan het college van burgemeester en wethouders.

De locatie achter het station is wat ons betreft er enige juiste keuze, zegt GCC-voorzitter Eric Bos, een van de ondertekenaars van de brief. “Deze plek is uitstekend bereikbaar, zowel voor stadjers als voor bezoekers van buiten de stad Groningen”, stelt hij.

Daarnaast, zo stellen de briefschrijvers, zal de Nieuwe Poort helpen om ‘smoel’ en karakter te geven aan de nieuwe entree van de stad. Nog een argument om voor de Zuidkant van het station te kiezen en niet voor de Suikerzijde, de andere mogelijkheid die genoemd wordt: deze plek ligt dicht bij het centrum én in de buurt van één van de belangrijkste invalswegen van de stad.

In de brief wordt ook benadrukt dat de ondernemerspartijen vinden dat een besluit over de locatie van De Nieuwe Poort niet uitgesteld moet worden. Dit vanwege de afnemende kwaliteit van de huidige Oosterpoort, wat negatieve gevolgen kan hebben voor de positie van Groningen als muziek- en festivalstad. Ze hopen dan ook dat de realisatie van De Nieuwe Poort de planning van 2030 zal halen.

Het was eerst de verwachting dat de gemeenteraad een besluit zou nemen eind 2024. Dit lijkt nu begin 2025 te worden.

De brief is geschreven door Ondernemersfonds Groningen, en verder ondertekend door onder andere VNO-NCW /MKB Noord en Koninklijke Horeca Nederland afdeling Groningen.

Dit artikel is ook verschenen in de Cityscoop van december 2024

Onderzoek naar incourante artikelen: “Gezamenlijke pop-upstore zou oplossing kunnen zijn”

De Stichting Groener Groningen heeft in opdracht van de GCC in kaart gebracht hoe groot het probleem is van incourante artikelen, afvalstromen en verpakkingsmaterialen voor ondernemers. En wat blijkt? De meeste ondernemers zijn heel creatief en zelfredzaam in het bedenken van oplossingen, zeggen Ferrick van Dongen en René Raap, die het onderzoek uitvoerden. De winkeliers die hebben meegewerkt aan het onderzoek zouden wel graag nog een collectieve oplossing zien, zoals bijvoorbeeld een gezamenlijke pop-upstore waar restanten kunnen worden verkocht.

Aan het onderzoek door de Stichting Groener Groningen werkten vijftien ondernemers mee, stuk voor stuk leden van Lutje Lokaal. Voor het onderzoek werd gekeken wat de winkeliers doen met hun incourante artikelen, hun afval en verpakkingsmaterialen.

Volgens Van Dongen en Raap zijn de meeste ondernemers al heel creatief. Incourante artikelen proberen ze toch nog via een uitverkoop aan de man te brengen en sommige ondernemers zetten ook in op het upcyclen tot nieuwe verkoopbare producten. Ook voor afvalstromen hebben ze vaak al oplossingen en ook het verpakkingsprobleem valt mee omdat klanten tegenwoordig vaak een eigen tas meenemen.

Kortom, zegt Van Dongen, het probleem is niet zo groot als van tevoren werd ingeschat. Er blijft wel ruimte voor nieuwe oplossingen, zegt hij. De deelnemers aan het onderzoek zouden graag meer collectieve oplossingen zien. Zo worden een straat- of stadsfeest, een gezamenlijke pop-up store of het onderling uitwisselen van artikelen genoemd als gewenste oplossingen voor incourante artikelen. Voorwaarde is dan wel, zegt Raap, dat het initiatief wel uit kan qua tijd en geld dat de ondernemers erin steken.

Zo’n collectief project zou een nog groter succes kunnen worden als er een samenwerking wordt gezocht met mbo- en hbo-instellingen. De GCC neemt alle conclusies en aanbevelingen mee in de plannen voor 2025.

Dit artikel is ook verschenen in de Cityscoop van december 2024