Geleide Groei: binnenstad wordt groter en groener

Geleide Groei: binnenstad wordt groter en groener

De binnenstad houdt niet meer op bij de Diepenring. In de toekomst moeten ook onder andere het nieuwe Stationsgebied, de Westerhaven en de omgeving van het UMCG gaan voelen als binnenstad. In diezelfde binnenstad moet, met het oog op klimaatverandering, veel meer groen komen. Dat is te lezen in het strategische kader ‘Geleide Groei’ dat onlangs door de gemeente is vastgesteld.

De naam ‘kader’ doet het al vermoeden: het gaat niet om in beton gegoten plannen en ambities, verduidelijkt Sander Akkerman, het nieuwe hoofd Strategie en Beleid van de gemeente. “Het helpt ons vooral met het maken van keuzes en het stellen van prioriteiten: waar willen we heen met de binnenstad.”

Met de nieuwe strategische visie wordt voortgeborduurd op de visie ‘Bestemming binnenstad’ uit 2016. Maar waar bij dit plan de focus op de openbare ruimte lag, is Geleide Groei vooral een integraal plan tot 2050, zo vertelt Akkerman. “Er lopen op dit moment meerdere losse projecten – van de nieuwe wijk Stadshavens tot de verbouwing van het Hoofdstation. Dat vraagt om strategische en vooral ook integrale keuzes.” 

“Groningen zal de komende jaren verder groeien”, stelt Akkerman over de aanleiding van de nieuwe visie. “Het grootste deel van die groei wordt in bestaand stedelijk gebied opgevangen en legt daarmee druk op de binnenstad. Tegelijkertijd komen ook tal van andere ruimtevragers om de hoek kijken, zoals meer groen en water om de binnenstad levendig en koel te houden. Hoe geven we dit alles een plek met oog voor ons zowel ons erfgoed als de ruimtelijke kwaliteit?” Samenvattend leveren die uitdagingen de drie hoofdlijnen van Geleide Groei op: programma, klimaat &openbare ruime en ruimtelijke inrichting.

Binnenstad wordt groter

Opvallend zijn de plannen voor de ‘verruiming’ van de binnenstad, zoals Akkerman het noemt. Kortom, de binnenstad wordt als het ware groter. “Als je het over de binnenstad hebt, was tot nu toe de diepenring de grens. Maar straks horen bijvoorbeeld het Stationsgebied, de omgeving van het UMCG en de Westerhaven er ook nadrukkelijker bij”, zegt hij. Hij verduidelijkt: “Dit betekent niet dat we alles over één kam scheren. Een woonstraat in het Ebbingekwartier heeft natuurlijk een heel ander karakter dan een straat met veel winkels of horeca in het hart van de stad. Het gaat er vooral om dat we op deze manier plannen beter op elkaar kunnen afstemmen en beter in staat zijn om verbanden te leggen naar gebieden buiten de binnenstad.”   

Goede en aantrekkelijke verbindingen

Groei van de stad en van de binnenstad vraagt dan ook om goede en aantrekkelijker verbindingen. Locaties als het nieuwe Stationsgebied, De Suiker en Stadshavens moeten beter bereikbaar worden voor fietsers en voetgangers, en ook nog op een aantrekkelijke manier. Dat kan dan bijvoorbeeld door horeca of lokale winkeltjes langs de route.

Vergroening van daken en straten

De toekomstige binnenstad van Groningen wordt vooral ook een stuk groener dan dat ‘ie nu is. “Klimaatadaptatie is een belangrijk thema”, zegt Akkerman. De verwachting is dat de temperatuur in de binnenstad komende jaren nog verder stijgt. Om het verblijf toch prettig te houden, is een flinke vergroening van de binnenterreinen, daken en straten noodzakelijk. Er wordt vooral ingezet op groene daken.

Terrein casino

Als het gaat om vergroening wijst Akkerman als voorbeeld op de plek van het voormalige casino aan het Kattendiep, dat eerder al door de gemeente is opgekocht. Hier zou dan een publiek toegankelijke tuin kunnen komen, met daaromheen woningen en horeca, zo staat in de Strategie beschreven. Dit is volgens Akkerman typerend voor de nieuwe manier van kijken naar projecten.  “We kijken niet langer naar het project an sich. Maar ook naar de omgeving, de mogelijkheden om vergroening toe te voegen of andere klimaatadaptieve maatregelen te nemen.”

Samenwerking

Nog een voorbeeld: de aanpak van het Kwinkenplein en de Kreupelstraat. Of de Gelkingestraat en de Oosterstraat. “We gaan veel gebiedsgerichter te werk”, verduidelijkt Akkerman. Tegelijkertijd speelt ook samenwerking meer dan ooit een rol, zowel met ondernemers, de GCC, vastgoedeigenaren als omwonenden. “We willen komende jaren echt nadrukkelijker de samenwerking zoeken”, stelt het hoofd Strategie en Beleid. Daar ligt volgens hem ook absoluut een rol voor ondernemers. “Denk mee en praat mee, en zoek ook zelf, op straat- of gebiedsniveau, de samenwerking op.”

 Dit artikel is ook verschenen in de Cityscoop van oktober 2024

 

 

 

Willy Kregel van Las Sabrozas kookt op gevoel

Willy Kregel van Las Sabrozas kookt op gevoel

“De smaken staan in mijn hoofd getatoeëerd”

 

Wat de boer niet kent dat vreet hij niet? De populariteit van restaurant Las Sabrozas in Groningen bewijst het tegendeel. Sikkom, het Dagblad van het Noorden, Vice en de Volkskrant prijzen het eerste Venezolaanse restaurant in Nederland de hemel in. Hartstikke mooi natuurlijk, maar zeker niet het belangrijkste voor mede-eigenaar Willy Kregel. “Sommige gasten zien dit als hun huis. Daar doe je het toch voor?”

“Zal ik een geheim verklappen?,” knipoogt Willy. “Toen mijn moeder vanuit Venezuela in Nederland kwam wonen kon ze nog geen ei bakken.” Een goed geheugen had ze gelukkig wel. Ze keek als klein meisje mee in de keuken van haar oma. Samen met haar man Cor, begon ze te experimenteren in de keuken met de herinneringen van vroeger.

“De Venezolaanse keuken ís passie”

Het stel ging op de markt staan met een foodtruck. Zuid-Amerikaanse inwoners ontdekten de Venezolaanse lekkernijen en stonden regelmatig juichend voor de kraam. Maar ook nuchtere Groningers omarmden de Zuid-Amerikaanse arepa’s (gefrituurd maisdeeg met vulling naar keuze), empanada’s, pikante kip- en rundvleesgerechten en quessilo’s (karameltaartjes).

En net als zijn moeder keek Willy als klein jongetje mee in de keuken. “Ik leerde met kruiden te spelen. En vooral: áltijd het eten te proeven. We koken op gevoel. Alles vers en zonder weegschaal. De smaken staan in mijn hoofd getatoeëerd”, vertelt hij. “Wat mijn moeder deed is passie, en dat is precies hoe ik de Venezolaanse keuken zou omschrijven.”

“Alles moet top zijn”

Dat die passie aan Willy is doorgegeven is een understatement. Naast kok is hij mede-eigenaar van Las Sabrozas in de Oosterstraat, dat hij samen met zijn moeder runt. Dat betekent dat hij zeven dagen per week aan het werk is. “Op de dagen dat we dicht zijn ben ik bezig met inkopen, administratie en de bereiding van het vlees. Als we open zijn sta ik bij mijn moeder in de keuken, of werk als vliegende kiep in het restaurant.”
Het restaurant bepaalt Willy’s leven. Hij vindt dat vanzelfsprekend, maar weet ook: hier moet je voor gemaakt zijn. “De Zuid-Amerikaanse keuken is heel bewerkelijk. Ik gooi mijn leven erin en wil iedere dag dat het eten lekker smaakt. Alles moet gewoon top zijn. Als ik zelf in een restaurant eet verwacht ik dat ook”.

Mond op mondreclame

“Groningers moet je soms best wel overtuigen om iets te eten”, lacht Willy. “De mond-tot-mondreclame die er ontstond bij de foodtruck was voor ons heel belangrijk.” En dan is het natuurlijk leuk dat dit weer opgepikt wordt door de media. “Na het Volkskrant-artikel stond onze telefoon roodgloeiend. Mensen wilden precies hetzelfde bestellen als wat er in het artikel stond”, vertelt Willy.
Toch blijft de familie Kregel er nuchter onder. “Voor ons gaat het erom dat iedereen zich hier thuis voelt, dat mensen blij zijn met ons eten. Het gezellige, knusse dat we onder de klep van onze foodtruck hadden willen we ook graag in ons restaurant. Sommige gasten zien dit als hun huis. Ze vinden het prachtig dat er eindelijk een Zuid-Amerikaans restaurant is. Daar doe je het toch voor?”

Dit artikel is ook verschenen in de Cityscoop van oktober 2024